Mooi artikel in het Friesch Dagblad

Voor de allerlaatste keer tourt troubadour Gé Reinders: ‘Oetblaoze’

Voor de allerlaatste keer tourt troubadour Gé Reinders (65) met blaasorkesten langs de theaters. Zaterdag komt hij ‘oetblaoze’ met de Bazuin Tzummarum in Franeker. (door Wiggele Wouda)

Met Blaosmuziek werd hij precies twintig jaar geleden een bekende Nederlander. Sinds die hit toerde Gé Reinders (Beringe, 1953) jarenlang langs theaters en festivals, zo ook in Fryslân, waarbij de Limburger met plaatselijke blaasorkesten speelde. De zanger, musicus en schrijver werd daardoor een dankbare ambassadeur voor fanfare- en harmonie-orkesten in heel Nederland.

Met toeren en concerten ‘stopte’ hij al eens eerder, maar steeds werd hij ook weer overgehaald door te gaan. Nu hij met pensioen gaat, komt er wel echt een einde aan deze concertreeks. ,,Het is mooi geweest; hel zat gewerk”, in de woorden van Reinders zelf. ‘Oetblaoze’ dus maar; uitblazen. Zaterdag doet hij dat tijdens zijn gelijknamige afscheidstournee voor de laatste keer in Fryslân. Met blaasorkest De Bazuin uit Tzummarum zwaait hij af in Franeker Theater De Koornbeurs. Opgetogen komt Reinders voor ons interview de hotellobby van Van der Valk in Sneek binnen, in een voor hem karakteristieke blouse met kleurrijk motief. Zijn vrouw en steun en toeverlaat Marjan Suilen achter hem aan. Hij zit amper of hij steekt al van wal: ,,Ik ben hartstikke blij. Zondag ging het optreden heel goed in Venray, en dan opeens valt het stil en komt de Limburgse gouverneur Theo Bovens naar voren. Ik dacht even dat het om het orkest ging, maar hij kwam voor mij: ik kreeg de onderscheiding Limburger van Verdienste! Zo mooi. Had ik écht helemaal niet verwacht.”

Tranen

Reinders – die ook genomineerd is voor een Edison en schaterlacht als hij tijdens het gesprek hoort dat zijn online gratis vrijgegeven arrangementen voor blaasmuziek bijna 1200 keer zijn gedownload – kreeg deze huldeblijk voor zijn betekenis voor de Limburgse taal, muziek(cultuur) en zijn vele vrijwillige bijdragen. Tranen van blijdschap, maar ook van versleten verdriet, verschijnen nu in zijn pretogen. ,,Het doet me wel wat. Allereerst omdat mijn vrouw het allemaal achter mijn rug om heeft georganiseerd – iedereen wist ervan, behalve ik – maar ook omdat wat ik doe kennelijk toch een betekenis heeft. Dat ik er kennelijk toe doe.”

Daarnaast knaagt alleen ook die gedachte: zou zijn moeder het mooi hebben gevonden? ,,Gek is dat hè? Ze is nu bijna veertig jaar geleden overleden en van iedereen krijg je schouderklopjes, maar van haar kreeg ik die nooit. Wat ze deed was uit bescherming, dat weet ik ook wel, maar als jong kind zie je dat niet zo. Van vrienden en omstanders wist ik wel dat ze trots op me was en op wat ik deed. Maar dat had ik graag van haar zelf gehoord. Zat er kennelijk niet in: ze vond ook dat ik een écht vak had moeten leren.” Desondanks schreef Reinders ter ere van haar en haar ,,opmerkelijke verzetsverleden” wel veel liedjes. ,,Mien moder in ’45 bijvoorbeeld maar ook een heus boek: Het zakdoekje. Als waarderende zoektochten naar wie ze in de oorlog was als verzetsheldin en hoe ze daarna ons gezin bestierde; krachtig en met een katholieke overtuiging. Ze sprak in ons gezin nooit over de oorlog.”

Veel lachen bij oetblaoze

Reinders is sympathiek, open, puur en hij lacht veel. Heeft zo’n zonnebloemgezicht waarmee die andere grote Limburger, Toon Hermans met wie Reinders de cd Ik zing van het leven produceerde, ook gezegend was. Maar hij is ook bloed-serieus als het over muziek gaat. Zijn muziek, zijn raison d’être.

Reinders gaf in zijn carrière meer dan 480 theaterconcerten. ,,Ik stop niet met muziek maken, maar wel met dit soort grote concerten omdat het veel te zwaar is”, nuanceert hij zijn pensioenplannen. ,,Het is niet alleen spelen, maar ook alles eromheen: het organiseren, arrangementen schrijven, repeteren, reizen… Dat houd ik niet vol en ik wil nog zoveel meer doen dan dit. Misschien wel weer een project samen met mijn vrouw, zoals eerder De liedjeskast; een muzikaal taalprogramma om taalregels beter te onthouden.” Er staan nog een stuk of acht concerten op zijn agenda. ,,Ik kijk er wel naar uit om in Franeker nog één keer te spelen met een Fries blaasorkest. Wij Limburgers hebben toch veel meer gemeen met Friezen dan met anderen. Natuurlijk hebben we elk een eigen taal, maar vooral ook elk een eigengereidheid met de mentaliteit om er helemaal voor te gaan en de drive om duidelijke beslissingen te nemen. Daar houd ik van. Zo zit ik zelf ook in elkaar.” Hij kijkt daarom ook met plezier terug op zijn concerten hier. ,,Zoals op Friese taalfestivals als in Oldeberkoop of in prachtige theaters in Leeuwarden, Drachten of Franeker. Van taalbarrières of afstandelijkheid was destijds en is nog steeds totaal geen sprake.”

Unicum

Het begon voor Reinders allemaal met Blaosmuziek. Het lied bereikte zelfs de 27e plaats in de Top 2000 Allertijden, voor een streektaalsong een unicum. ,,Dat lied heeft mijn wereld wel op de kop gezet. Ik kwam uit de popmuziek (bands Zimmermann en Girls Walk By, red.) en opeens kreeg ik dit succes in mijn schoot geworpen uit een wereld die ik niet kende. Die ene single bepaalde mijn hele carrière.”

Vanaf dat moment werd hij gebeld door blaasorkesten met de vraag of hij kwam spelen. ,,Dirigenten hadden eigen arrangementen geschreven, maar die klonken nergens naar. Ik moest het zelf doen, zelf de regie in handen nemen. Maar ik wist ook dat er iemand was die het nog beter kon, dus heb ik dat arrangeren van Blaosmuziek uit handen gegeven aan Hardy Mertens, in die wereld echt een topper. Vanaf toen liep het los, nu had ik arrangementen waarmee ik voor de dag kon komen. Had ik al verteld dat ik alle ‘blaosmuziek’ nu gratis op internet heb gezet? Anders verdwijnt het en blijft het hangen rondom Gé Reinders. Ik wil het delen.”


Gé Reinders, de Limburgse ambassadeur van de blaasmuziek, staat vrijdag 24/5 op de planken van @DeVoorveghter. Reinders (65) neemt afscheid van de theaters met het programma Oetblaoze, begeleidt door regionale orkesten. In Hardenberg gebeurt dat door Crescendo Gbg en KNA Hbg. pic.twitter.com/WZsik7Byae— Vechtdal – Hardenberg e.o. (@vechtdal) May 11, 2019


Reinders beschrijft in zijn liedjes wat hij om zich heen ziet. ,,Alledaagse dingen. Groot, klein, belangrijk, onbenullig. Het maakt allemaal deel uit van wie we zijn, waar we zijn. En ik wil met mijn teksten de waarheid voor mezelf vinden. Teksten moeten me samen met de muziek raken, raken in wie ik ben. En als ik bén, dan maak ik deel uit van een groter geheel. Ik ben religieus opgevoed en in dát gevoel vind je dat ook. Net als in de magnifieke klank van een blaasorkest. Dat samenspel, dat instrumentale koor, die harmonie; het getuigt van een weemoedigheid, een bijna melodramatische melancholie die universeel is.” Die unieke klank heeft ook iets onverzettelijks, vervolgt hij. ,,Naar dat gevoel ben ik ook steeds op zoek. Dat wil ik steeds aanraken met mijn pen, mij woorden, met mijn stem en met mijn muziek. Als ik daarin slaag, dan is het pas goed. Dan is het waar.”

Keigaaf

Passievol vertelt Reinders over de blaasorkesten waarmee hij speelde. Hij vindt het fantastisch als orkestleden hem nadien melden dat ze het zo mooi vonden. En op de avond zelf is hij helemaal in zijn schik als het orkest iets doet wat niet afgesproken was. ,,Dat vind ik keigaaf!” ,,Als ik met een blaasorkest speel als De Bazuin Tzummarum, dan is het alsof we iets onoverwinnelijks hebben”, zegt hij. ,,Of ze nu uit een volkswijk komen of heel chique zijn geformeerd: alle blaasorkesten waar ik mee speelde hebben die bepaalde verbindende voeling met mijn muziek. Dan ben ik ook enorm dienstbaar; ik maak onderdeel uit van hún orkest. Het is bijna een existentiële waarheid die dan gecreëerd wordt.” Het is het momentum waar hij zo van geniet, beschrijft hij. ,,De energie, de ontwikkeling tussen mij, het orkest en het publiek. Het is het delen van gevoel, onuitgesproken herinneringen aan het oude land, de vroege wortels. Even uit deze wereld, even boven onszelf uitstijgen. Dan is de avond ook van ons. Dan zijn we verbonden. Dan is het waar!”

0 Comments