Biografie

Van een moeilijkere jeugd heb je een leven lang gemak.

De eerste jaren

Gé Reinders is op 12 september 1953 geboren in Helden-Beringe als de jongste van drie kinderen. Zowel zijn vader als zijn moeder waren onderwijzers. Op zijn zesde verhuisde het gezin naar Leeuwen, gemeente Roermond, omdat Pa daar een baan kreeg. Zelf zegt hij: ‘Achteraf gezien denk ik dat mijn ouders lieve maar wel getekende mensen waren. Mijn moeder heeft in de oorlog meer dan een jaar vast gezeten o.a. in Ravensbrück. Pa wilde graag priester worden maar werd na een ongeluk weggestuurd van Rolduc. Bij ons thuis hing voor mijn gevoel geen fijne sfeer. Mijn jeugd voelde niet echt gelukkig. Ik wilde vooral weg.’

De muzikale scholing van Gé begint met pianoles wanneer hij 9 jaar is. Op de middelbare school speelt hij in diverse bandjes. Zelf zegt hij hierover. ‘We speelden alles, als er maar mooi gezongen werd: van Moby Grape, Them, lan Matthews tot Dylan. In de vierde klas begon ik eigen nummers te schrijven. Mijn eerste optreden was op de Vastenactieshow van het Bisschoppelijk College. We speelden The Boxer van Paul Simon en een James Taylor-nummer dat we kenden via Ian Matthews: Something In The Way She Moves’


U.S.A.

Na het Gymnasium gaat Gé als zeventienjarige uitwisselingsstudent naar Amerika. Hij woont een jaar in Hingham, Massachusetts. ‘Een heerlijk jaar. Wat een vrijheid opeens. Ik had het gevoel alsof ik daar opnieuw mocht beginnen. De bedrukte sfeer van ons thuis viel weg.’ Hier treedt hij voor het eerst op in bandjes.

Vanuit Nederland maakt hij daarna nog een tiental lange reizen door de U.S.A. ‘Ik hou van Amerikanen, van hun taal en hun rare eerlijkheid. Amerika is een heel boeiend, jong land met extreme uitwassen.’ Tegenwoordig koopt hij nog vaak The International New York Times. ‘TV uit de USA vind ik vaak één grote aanstel. Maar die krant is gedegen en rustig.’


De bands Zimmerman en Girls Walk By

Vanaf 1973 speelt hij in de Roermondse pubrockgroepen Zimmerman en Girls Walk By. Hun grote voorbeeld is de Engelse band Brinsley Schwarz. Hij speelt gitaar, sax, dwarsfluit, piano, orgel, bas en mondharmonica. Reinders zegt nu: ’Vaak heb ik gedacht dat ik me op één instrument had moeten concentreren. Maar nu ik 62 ben vind ik het ook wel leuk dat ik een aantal instrumenten een beetje kan. Tegenwoordig ben ik weer veel basgitaar aan het oefenen. Dat is toch het fundament.’

Girls Walk By treedt veel op door de hele Benelux en brengt drie LP’s uit. Zo spelen ze op het Belgische Bilzen Festival (voorloper van Torhout/Werchter), op Pinkpop Binnen en tweemaal op Oor’s groepenpresentatie (voorloper van de Grote Prijs). De groep sleept diverse prijzen in de wacht. Paradiso geeft ze zelfs een contract voor zes optredens in een half jaar. Op 13-3-1982 geven ze hun laatste concert in La Rochelle in Roggel. Hiervan verschijnt een prachtige live-LP ’The Last Walk.

In 2006 verschijnt er een boek over de band en geeft Girls Walk By  een reunie-concert in Roggel, dat binnen enkele uren uitverkocht is. Gé: ‘Het was heerlijk om weer samen te spelen. Die stemmen mixen nog steeds prachtig.’


De studies en het leraarschap

Na zijn terugkeer uit Amerika in 1972 gaat Gé eerst in Tilburg psychologie studeren. Tot zijn verbazing, want hij heeft nauwelijks klassieke scholing, wordt hij twee jaar later ook toegelaten tot de vooropleiding van het Brabants conservatorium. Nadat hij zijn kandidaats-examen in de psychologie heeft gehaald gaat Gé weer in Roermond wonen. Hij haalt het diploma Schoolmuziek aan het conservatorium in Maastricht.

Van 1981 tot 2002 werkt Reinders als parttime muziekleraar in het voortgezet onderwijs.

De laatste dertien jaar op een school voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen. Hij zegt er zelf over: ‘Dat was prachtig werk. Ik mis het nu soms nog. De laatste jaren werkte ik vooral met autistische kinderen. Daar voel je echt de kracht van muziek.’

Voor dit werk ontwikkelt hij zelf lesmateriaal. De cursus ’De weg naar het oor’ behandelt de geluidsstudio en verschijnt in 1987.


1985 Schrijven in opdracht

Van 1985 tot 1987 is Gé werkzaam bij de Regionale Omroep Zuid als componist bij het programma ’Radio Muskiet’. De Limburgstalige liedjes die hij hiervoor schrijft, worden op verzoek van de luisteraars op plaat uitgebracht. Jip Golsteijn noemt deze plaat ’een bescheiden meesterwerk’ Een optreden in Paradiso wordt zelfs uitgezonden op de klassieke zender Hilversum 4! In 1986 is Gé openingsact van Pinkpop. Lees hier het interview met Gé over zijn Pinkpop-optreden.

Zijn schrijven houdt niet op bij liedjes. Hij heeft een tijd een column in ’Link’, het orgaan van de Stichting Popmuziek Nederland. Zijn artikelen verschijnen o.a. in ’Adformatie’, ’Onze taal’, ‘Rails’ en ‘Dagblad de Limburger’. Reinders: ‘Ik ben dol op woorden. Schrijven is eigenlijk construeren met woorden en dat doe ik heel graag.’

Ook schrijft hij graag liedjes in opdracht, al dan niet in samenwerking met tekstschrijvers. Onder andere Paul de Leeuw, Toni Willé en Herman van Veen nemen nummers van Gé op.

Reinders: ‘Ik vind het heerlijk om me te verplaatsen in de gedachtenwereld van een ander. Als iemand mij om een lied benadert vraag ik altijd of die persoon wil opschrijven waar zij of hij graag over wil zingen. Dan krijg je al een aantal woorden in handen die passen bij deze man of vrouw. Ik vind het heerlijk om vandaar verder te gaan. Het is bijna puzzelen.’


1989 Engelstalige CD’s

In 1989 produceert Reinders zelf zijn CD ’Homecoming’. Op deze plaat spelen mensen als George Kooymans, Ernst Jansz en Tony Willé. Music Maker spreekt van ’een goudmijn voor mensen die op zoek zijn naar een goed liedje’ en Jip Golsteijn benoemt ze tot ’beste Nederlandse plaat sinds tijden’.

Na een zeer succesvolle Canadese tour in 1991 verschijnt in april 1992 ’Blood’. Hierop staat o.a. ’Stolen Love’, een duet met Rita Coolidge. Wederom zijn de kritieken zeer lovend. ‘Een van de beste songschrijvers, zo niet de beste van Nederland’ (De Telegraaf), ’Een liedjesman waar we trots op moeten zijn’ (Country Gazette).


1993 Theater

In 1993 staat Gé voor het eerst in het theater. Reinders zegt hierover in een interview: ‘Vroeger wilde ik altijd de tent op zijn kop zetten. Nu raken mijn liedjes de mensen op een andere manier. Mijn kick ligt tegenwoordig in dat persoonlijke.’ (Limburgs Dagblad)

Op de CD ’As ’t d’r op aan kump’ (januari 1994) staat een aantal live-opnames uit verschillende theaters. Deze CD is weer Limburgstalig, maar dit weerhoudt de recensenten van buiten Limburg niet: ’Gevoegd bij de rijke pakkende composities onderscheidt Gé Reinders zich gunstig van het merendeel van de Nederlandse pop. Sterker: Hij voegt zich in de smalle traditie die Boudewijn de Groot midden in de jaren zestig zette’ (Trouw).


1995 Truuk nao aaf

In het voorjaar van 1995 komt de studio-CD ’Truuk nao aaf’ uit, die Gé meteen zijn eerste Edison-nominatie oplevert. ‘Een CD die je kippenvel bezorgt, je hart sneller laat kloppen en je tot tranen toe ontroert, en dat alles terwijl je luidkeels meezingt’, aldus Constant Meijers. Het nummer ’Amsterdam’ wordt zowel in De Telegraaf als Trouw als het mooiste lied over onze hoofdstad betiteld.


Toon Hermans en Lenette van Dongen

Toon Hermans is zelfs zo enthousiast over deze CD, dat hij Gé als producer van zijn eigen CD ’Ik zing van het leven’ vraagt. Dit album staat maanden in de Top-100. Toon komt naar Gé kijken en zegt over dit optreden: ‘Gé heeft me totaal verpletterd toen ik hem zag. Toen hij opkwam in dat theatertje in België was ik met stomheid geslagen. Hoe kan dat? Zo natuurlijk, geen maniërisme. Niets van maniertjes.’

Deze samenwerking gaat veel verder dan een gebruikelijk relatie tussen artiest en producer. ‘Toon liet mij binnenkijken in zijn keuken. Dat was erg eervol. Voor zijn show, in de pauze en erna wilde hij bespreken wat goed ging en wat beter kon. Hij was in mijn ogen de grootste vakman die Nederlands theater heeft gekend.’

Gé neemt ook een Live CD met Toon Hermans op en verzorgt de audioproductie bij de tv-opnames van de Show van Toon die de Vara uitzendt in 1998. In dat zelfde jaar wordt hij door Lenette van Dongen gevraagd om de Cd ‘Jagadamba’ te produceren.


1997 Man van ’n Kleine sjtad

Gé concentreert zich qua optredens vanaf 1996 volledig op het theater. Hij zingt in het hele land Limburgstalige liedjes over allerdaagse zaken, die ook voor niet-Limburgers herkenbaar zijn. Door zijn muziek en presentatie overschrijdt hij volledig het regionale. ’De zaal hangt in een waas van gezelligheid aan zijn lippen’, aldus Oor, en de NRC: Ongewone muzikale schoonheid.

In het voorjaar van 1997 begon Gé Reinders met de opnamen van zijn derde Limburgstalige studio-CD ’Man van ’n Kleine sjtad’. De Volkskrant schrijft: ’Het kost niet-Limburgers misschien een kwartier om de taalbarrière te doorbreken, daarna is het puur genieten’. Opmerkelijk zijn de gastrollen van Toon Hermans, Beppie Kraft, Huub stapel en Henny Vrienten op deze plaat.

In de theatertour van 98/99 maakt hij in een paar Limburgse plaatsen al de overstap van de kleine naar de grote zaal.


1999 D’n Haof

De vierde Limburgstalige CD. ‘D’n Haof’ verschijnt in september 1999. De recensies overtreffen elkaar in superlatieven. Hij is met het nummer ‘Blaosmuziek’ op t.v. te zien bij Paul de Leeuw, Mart Smeets en Jack Spijkerman en krijgt een staande ovatie tijdens het Gala van het Nederlandse Lied. Dit wordt de tot dan toe best verkochte CD.

Door het succes van ‘Blaosmuziek’ krijgt Gé meteen veel uitnodigingen om met blaasorkesten op te treden waarbij de plaatselijke dirigent dan ook wel een paar arrangementen zal schrijven. Hij merkt echter meteen dat niet elke orkestleider ook een goede arrangeur is. Daarom stopt hij meteen met dit soort optredens en gaat hij op zoek naar goede arrangeurs.  Pas in 2005 heeft hij voldoende goede bewerkingen om avondvullend met blaasorkesten te spelen.

In september 2001 presenteert Gé de live CD ‘In het Theater’ De conference ‘De misdienaar’ duurt bijna twaalf minuten en is de aanleiding voor de eerste integrale TV registratie van een optreden van Gé. De KRO zendt dit uit op Eerste Kerstdag 2002.

De tour Gerardus Jacobus Marie, die in 02-03 van Arnhem, Assen via Kerkrade tot Zaandam voert, is weer erg succesvol. De Volkskrant komt kijken en schrijft: ‘Reinders maakt het kleine groots’. N.a.v. het eerste officiële Belgische schouwburgoptreden schrijft Het Belang van Limburg: ‘Niemand schrijft mooiere liedjes in het Limburgse dialect dan deze Roermondenaar.’


2003 Vlege

In september 03 verschijnt de Cd ‘Vlege’ en start de gelijknamige theatertour. Op de Cd heeft Gé zijn pallet aan klankkleuren weer verder uitgebreid door te werken met strijkers en blazers.

Het nummer Blaosmuziek komt in december 2003 als hoogste nieuwe binnenkomer op 261 in de Top 2000 Allertijden. Deze lijst samengesteld door de luisteraars van Radio 2. In 2004 stijgt het door naar 167 en staat in 2005 én 2006 op 67.

In maart 2004 wordt de Vlege genomineerd voor een Edison en krijgt Gé de prestigieuze Limburg Award, een jaarlijkse onderscheiding die eerder werd toegekend aan o.a. Jo Coenen, Andre Rieu, Rowwen Hèze en Jan Smeets.


2005 Blaos mich nao hoes

In september 2005 verschijnt CD Blaos mich nao hoes, opgenomen met 15 Limburgse top -blaasorkesten uit Limburg. Deze CD is de meest succesvolle tot nu toe, Ze staat maanden in de Album Top 100 en wordt genomineerd voor een Edison. (De derde Edison-nominatie!). De L1 reportage over de CD opnames wordt onderscheiden met de NL-award en verschijnt op DVD.

Reinders begint onder dezelfde naam een unieke tour, waarbij hij in elk theater begeleid wordt door een plaatselijk blaasorkest. Nog nooit werden zóveel voorstellingen van één tour van Reinders zó lovend gerecenseerd. De Telegraaf: Furore met blaosmuziek De Volkskrant: Zwoele fanfare-gekte van Reinders.


2007 CD Blaos mich ’t landj door

In september 2007 verschijnt de CD Blaos mich ’t landj door met uit elke provincie één blaasorkest. De nummers zijn gearrangeerd door de top van de Nederlandse en Vlaamse blaasmuziekcomponisten. Heaven: een pakket ijzersterke liedjes die optimaal tot hun recht komen (5 sterren!) Het Dagblad van het Noorden geeft ook vijf sterren en verantwoordt dat zo: De arangementen vaak ingetogen, weinig bombast – zijn even smaakvol als gevarieerd. Tel daarbij de uitmuntende opnamekwaliteit en de chique vormgeving (twee boekjes met foto’s en teksten) en de vijf sterren zijn verklaard.. De CD staat lang in de Album top 100.

Blaosmuziek stijgt in December 2007 naar de 27ste plaats in de Top 2000.
2008 wordt een bijzonder jaar. Gé krijgt voor het eerst een gouden CD, voor de verkoop van meer dan 15.000 exmplaren van Blaos mich nao hoes. Bovendien wordt Blaos mich ’t landj door bekroond met een Edison.


2010 Het zakdoekje en Helden

In september 2010 verschijnt bij Uitgeverij Nijgh en van Ditmar ‘Het zakdoekje’, een boek waarin Gé zijn zoektocht naar het verzwegen verzetsverleden van zijn moeder beschrijft. Zij heeft in de oorlog meer dan een jaar vastgezeten in achtereenvolgens twee gevangenissen en drie kampen, waaronder Ravensbrück en Dachau. De historicus Ad van Liempt schreef: “Ik geef het eerlijk toe, ik ben diep onder de indruk van zijn boek. Wat me eigenlijk het meest aanspreekt is de stijl, de soberheid waarmee hij het verhaal van zijn moeder vertelt. Het verhaal is op zichzelf al bijzonder genoeg, daar zijn geen grote woorden nodig. Gé schrijft het prachtig op, hij is een woordeconoom.”

In de seizoenen 10/11 én 11/12 speelde Gé in het theater met Lucas Beukers op de bassen en Pieter Klaassen op de gitaren en andere gevoelige snaren de tour ‘Helden’. De Volkskrant gaf deze voorstelling maar liefst vier sterren(!) en NRC-Handelsblad sprak over: ‘Wondermooie liedjes die door zijn zachtmoedige Limburgse tongval extra koesterend klinken. Maar daardoor komen ze soms des te harder aan.’ In februari 2011 verscheen de CD ‘Helden’. Moors Magazine schreef: ‘Helden is een absolute aanrader.’


2012 Suus

In september 2012 verschijnt op het Fennek-Label voor het eerst een CD van een andere artiest dan Gé zelf: de CD Suus van Suzan Seegers. Bij een TV programma heeft Gé deze Amsterdamse musical-zangeres ontmoet en ontstond meteen een click. Ze zijn samen gaan schrijven en het resultaat is een prachtige plaat die helemaal bij Gé thuis is opgenomen. Tot op de dag van vandaag schrijven Suus en Gé nog steeds samen.


2012 Sabbatical

Na de zeer succesvolle ‘Helden’ tour en de Suus-CD besloot Gé een sabbatical jaar te nemen. Hij zegt hierover: “Na twee jaar over de verzwegen verzetsgeschiedenis van mijn moeder te hebben gezongen, had ik het gevoel dat ik even niets meer te zeggen had in het theater. Het was erg goed om een pauze te nemen. Want na deze periode van rust kwamen er weer heel veel zinnige liedjes.”

Het hoogtepunt van zijn sabbatsperiode was een reis van drie maanden naar Thailand waar Gé en zijn vrouw een maand lang Engelse les gaven als vrijwilligers op een middelbare school in Chiang Mai. “Dit was zo’n mooie en intense periode. We hadden nooit gedacht dat we samen voor de klas konden staan. Nou dat werkte prima. Als de kinderen mij beu waren, nam Marjan het over. Want het moeilijke was dat je in het Engels Engels moest leren aan kinderen die nauwelijks Engels spraken. En wij spreken geen Thai. Marjan had gelukkig heel veel lesmateriaal meegenomen dat gebaseerd was op beelden: tekeningen en foto’s. Dat werkte gelukkig! Op het eind van elke les gingen we altijd zingen. Dat liep als een trein. Gek genoeg was het populairste liedje ‘Zombie’ van The Cranberries. Dat wilden ze elke les wel zingen!”

Tot zijn eigen verbazing krijgt Gé in zijn sabbatical zó veel interessante opdrachten,  waardoor hij er nog een jaar aanplakt.  De resultaten van zijn werk zijn o.a. te horen in een bedrijfsfilm voor het Roermondse ziekenhuis, bij een commercial voor Gulpener Bier, op een Cd van Natuurmonumenten en een tribute-Cd voor Wannes van der Velde. Bovendien schrijft hij columns voor ’Dagblad de Limburger’ en het blaasmuziek-magazine ’Forte’.


2014 ’t Verschil is oeral geliek

Op 15 september 2014 verschijnt de CD ‘ ’t Verschil is oeral geliek’ een samenwerking met Syb van de Ploeg. Deze Friese voorman van De Kast en Gé hebben elkaar gevonden in hun liefde voor taal én liedjes. In de gelijknamige tour staan ze op de bühne met pianist Wiebe Kaspers. De recensies over zowel de CD als de optredens  zijn zeer lovend:

De Volkskrant: “Van der Ploeg en Reinders vormen een natuurlijk duo.”
De Telegraaf: “Van der Ploeg en Reinders bewijzen dat het botert tussen jongens van het open veld en uit het bronsgroen eikenhout.”
De Stentor: “Mooi om te horen hoe ze het beste in elkaar naar boven halen.”
Friesch Dagblad: “Mix van Fries en Limburgs levert prachtige plaat op!”
Dagblad de Limburger: “Een verrassende samenwerking.”
Leeuwarder Courant: “De stemmen passen goed bij elkaar en dat zorgt, samen met een voortdurende variatie van muziekinstrumenten en muziekstijlen, voor de nodige magische momenten.”

Een tegenvaller is dat zij ook het landelijke nieuws halen met het verplicht vernietigen van een aantal CD’s. Om Wiebe te eren hebben Gé en Syb zijn Friese versie van Sting’s ‘Fields of gold’ op de CD gezet. Achteraf blijkt dit niet te mogen en Sting’s Nederlandse uitgeverij verlangt de onmiddellijke stopzetting van de exploitatie. Niemand is ooit te oud om te leren, toch?


2015/2016 Solo

In seizoen 2015/2016 gaat een grote wens in vervulling. Gé gaat voor het eerst solo op pad. De regie is in handen van Jessica Borst, die o.a. ook werkt met Sara Kroos, Brigitte Kaandorp en Pieter Derks. De Limburger: ‘Het toont hoe liefdevol Reinders met zijn muziek en vooral met zijn publiek omgaat.’
Bovendien verschijnt de dubbel-CD Solo, die hij grotendeels in zijn eentje heeft opgenomen. De eerste schijf ‘Songs for Toni’ bevat Engelstalige nummers, die hij schreef voor Toni Willé. Dit is de zangeres uit Brunssum die een wereldhit had met Pussycat. Op Gé’s eerste CD ‘Homecoming’ zong zij al koortjes en Gé is nog steeds gek op haar stem.
Bijzonder trots is hij dat nog een van zijn jeugdidolen, de Engelse gitarist Brinsley Schwarz, meespeelt op de tweede disc met liedjes in het Limburgs.
De Gelderlander: ‘Er zijn weinig andere Nederlandse artiesten te vinden die zo mooi de relativerende levensles van eenvoudige tevredenheid of tevreden eenvoud in een liedje kunnen vertalen.’


2016/2017 De Noord-Zuidlijn

Syb van der Ploeg en Gé hebben tijdens hun eerste tour in 2014 de smaak dusdanig te pakken gekregen dat ze samen nog een tweede programma maken. Weer staan ze op de bühne met pianist Wiebe Kaspers.
Gé zegt hierover: Het is van de ene kant een bewerkelijke samenwerking want voor elke repetitie rijdt iemand 600 km v.v. Maar het is steeds de moeite waard vanwege het plezier dat we er samen aan beleven.
De Stentor: ‘Mooi om te horen hoe ze het beste in elkaar naar boven halen.’
Het nummer ‘Wat is er mis met luisteren’ wordt in 2018 nog genomineerd voor de Annie M.G. Schmidtprijs.


2017 De Liedjeskast

Gé’s vrouw, Marjan Suilen, werkt op een ROC met volwassen autochtone Nederlanders die moeite hebben met lezen en schrijven. Omdat Marjan heel vaak dezelfde lesstof opnieuw moet uitleggen besluit zij om liedjes over de taalregels te maken. Deze nummers schrijft ze samen met Gé en het groeit uit tot een heel lesprogramma onder de noemer: De Liedjeskast.
Voor De Liedjeskast zijn Marjan en Gé een samenwerkingsverband aangegaan met oefenen.nl , de grootste aanbieder van digitaal lesmateriaal in Nederland. Het is indrukwekkend welke artiesten allemaal aan dit programma hebben meegewerkt: van Shirma Rouse tot Lange Frans en van Brigitte Kaandorp tot Bennie Jolink. Op 15 mei 2017 wordt het programma in Bellevue in Amsterdam feestelijk gepresenteerd. Kadisha Arib, voorzitter van de Tweede Kamer, neemt het eerste exemplaar van het Steun- en Onthoudboekje van De Liedjeskast in ontvangst. De bijdrage van Frans Duijts wordt zelfs nog in de Tweede Kamer besproken.
Renate Dorrestein: ‘De Liedjeskast is met gemak het meest aanstekelijke idee dat ooit werd bedacht om laaggeletterden een steuntje in de rug te bieden.’
Wim Daniels: ‘Zingend naar beter Nederlands.’
De Gooi- en Eemlander: ‘Met liedjes goed leren spellen.’
De Limburger: ‘Taal leren met Bennie’s Blues.’


2018/2019 Oetblaoze

In seizoen 2018/2019 speelt Gé zijn laatste theatertour. Onder de titel Oetblaoze speelt hij dan weer meer dan dertig keer in theaters door het hele land met telkens een ander, plaatselijk blaasorkest. De gelijknamige CD neemt hij op met De Harmonie van de Nederlandse Douane onder leiding van Björn Bus.
Het album wordt gepresenteerd in de Venlose Maaspoort tijdens de Nach van ’t Limburgse Leed, het grootste jaarlijkse Limburgse dialectmuziek-festival.
Hierbij kreeg Gé tevens Veldeke Oeuvreprijs. Deze onderscheiding wordt elk jaar toegekend aan een persoon of groep met jarenlange verdienste voor de Limburgse dialectmuziek in en buiten de provincie.

Maar dit zijn niet de enige onderscheidingen die Gé tijdens deze zeer succesvolle tournee krijgt. Op 12 mei 2018 wordt hij, tijdens een optreden met Muziekvereniging S.M.T. Oostrum o.l.v. Henk Houben, benoemd tot Limburger van Verdienste, nota bene door Gouverneur Theo Bovens zelf.
En alsof dat nog niet genoeg was: Burgemeester Rian Donders speldt Gé op 14 juni 2018, tijdens een concert met de Marinierskapel der Koninklijke Marine o.l.v. Renato Meli, de versierselen op van Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Bij de eerste woorden van de Burgemeester voelt Gé dat er iets aan zal komen. Maar hij is toch bijzonder verrast als zij zegt: ‘Het heeft de Koning behaagd …’

De recensies over Cd en tour zijn ook nu weer zeer lovend:
De Gelderlander: ‘Loflied op de lippen’
Het Nederlands Dagblad: ‘Dankbaar crescendo’
De Limburger: ‘Ode aan de blaasmuziek’
Dagblad van het Noorden: ‘Een blaasorkest brengt je in vervoering’
Klankwijzer (Nationaal vakblad voor de blaasmuziek): ‘De ambassadeur blaast uit’
TC Tubantia: ‘Rijk geblazen’
Haarlems Dagblad: ‘Natte Ogen bij Reinders met Symfonisch Blaasorkest’


2019 Gepensioneerd maar niet achter de geraniums

Na de zomer van 2019 stopt Gé met actief optredens boeken. Op leuke uitnodigingen gaat hij zeker nog in, maar er wordt niet meer geworven. Maar aan stilzitten doet hij niet.

Zo onderzoekt Prof. Dr. Maurice de Greef, houder van de UNESCO Leerstoel Volwasseneneducatie aan de Vrije Universiteit Brussel, op basisscholen in Kerkrade en Roermond of De Liedjeskast ook daar toepast zou kunnen worden. Zijn bevindingen worden in september 2019 gepubliceerd en zijn heel interessant: 54,9 % van de leerlingen verbetert hun leesattitude, 50% van de leerlingen kan de taal beter toepassen in de praktijk en 39,2% van de leerlingen wordt assertiever.

September 2019 verschijnt ook het lied ‘Zie’ dat Gé schrijft met Ylka Kolken, een zeer getalenteerde zangeres uit Maasbracht. Het nummer gaat over de Maastrichtse verzetsvrouw Nelly Eymael maar is ook een eerbetoon aan alle verzetsvrouwen uit de Tweede Wereldoorlog.
Van Ylka zult u zeker nog meer gaan horen.


September 2019

Gé Reinders woont momenteel met zijn vrouw in Roermond.

“1974 (schat ik) – Voor ons tweepersoons studentenhuis aan de Hoefakkerstraat in Tilburg, tussen het Besterdplein en de Koestraat. Onder woonde ik.”

2006 – Girls Walk By Reünie in La Rochelle in Roggel

1975 (weer een schatting) – “Optreden met Zimmermann in een heel mooi studentenhuis in de Warande in Tilburg.”

1992 – Clip met Rita Coolidge. “Dit nummer heb ik eerst gezongen met Toni Willé. Maar Toni’s manager vond het zó mooi dat hij meteen meer geld vroeg. Mijn platenbaas Emile Kamzol werd zó boos dat hij Rita Coolidge vroeg. Ik zat een week in Hollywood met ƒ 5000,- zakgeld.”

1995 – Opnames met Toon Hermans in de PVM-studio in Deurne. V.l.n.r. Peter Vincent, ik, Toon, Cor Mutsers en Eric Coenen. De vlaai kwam van Bakker Janssen die toen op de hoek zat van de Paredisstraat en de Neerstraat in Roermond

2007 – Blaosmuziek met Symfonisch Blaasorkest Amsterdamse Tramharmonie o.l.v. Gerrit de Weerd in Paradiso. “Vaak heb ik in daar gespeeld met allerlei bandjes. Maar het galmt er altijd enorm. Maar die akoestiek is uitstekend voor blaasorkesten.”

2007 – “Om de foto’s voor de CD ‘Blaos mich ’t landj door’ te maken hebben fotograaf Jac Vullers en ik een ochtend bij Adams Muziekcentrale in Ittervoort doorgebracht. Met alle instrumenten mocht ik op de foto. N.B. op het conservatorium kreeg ik alleen dwarsfluit- en (heel even) saxofoon-les.”

2002 – Het laatste liedje van de tour Gerardus Jacobus Marie. Franco Gori maakte deze foto in het Munttheater in Weert. Links zit Dion Nijland en Rechts Marcel Broersma.

2011 – Met fanfare O.L.Vrouwe in ’t Zand o.l.v. Patrick Spelthaen. “Een heerlijke avond. Pierre Bakkes kijkt al jaren mijn teksten na op de juiste spelling. Toen ik vroeg of ik ook eens iets voor hem kon doen stelde hij dit concert voor. Pierre speelt hij namelijk de bas. Roger Cremers (www.rogercremers.com) maakte de foto.”

Ook 2011 (namelijk hetzelfde bloesje als op de vorige foto) – Het laatste nummer van de Helden-tour. Pieter Klaassen bespeelde de gitaren en Lucas Beukers bastte. World Press Photo-winnaar Roger Cremers (www.rogercremers.com) opende ook hier de sluiter.

2012 – “Op Wattano Thai Payap School, Chiang Mai, Thailand gaven we een maand lang als vrijwilligers Engelse les. Heerlijk! Het was een  mega-school met 2.400 leerlingen. Iedere morgen speelde een harmonie een paar marsen en stipt om 07.30 klonk het mooie volkslied. Daar kwam geen leraar aan te pas. Indrukwekkend! Deze trombone sectie oefent buiten, ook zonder docent.”

2015 – De foto van mijn eerste solo-tour genomen door Bob Bronshoff