Tour

Dagblad de Limburger  7-5-2016
Zo, mijn eerste solotournee zit erop. Afgelopen dinsdag was het laatste optreden in De Kleine Komedie in Amsterdam. Samen met technicus en assistent Phil Karis heb ik 10.862 kilometer gereden. Op Flevoland na, waren we in alle provincies geboekt.
Dit einde voelt nog steeds dubbel. Aan de ene kant ben ik blij dat het voorbij is, want ik ben moe. Maar van de andere kant kijk ik ook weemoedig terug en had ik best nog even door willen gaan. Ik vond het namelijk heerlijk om voor het eerst van mijn leven alleen op de bühne te staan. Zoiets weet je niet van tevoren. Ook wist ik niet dat ik veel harder moest oefenen. Omdat er geen vangnet van muzikanten was, repeteerde ik elke dag.
De mooiste ontdekking was dat ik in mijn eentje de emotionele lading van een liedje volledig in eigen hand had. Ik ben er zelfs van geschrokken, hoe diep je een nummer kunt raken. Als je met anderen speelt is dat altijd hét punt: kun je samen dezelfde gevoelslaag bereiken?
Deze tour ben ik een paar keer bang geweest dat we optredens moesten afzeggen vanwege een spierblessure. Maar simpele ontstekingsremmers losten dat op.
Twee dingen mis ik nu. Op de eerste plaats de heerlijke eenzijdige, misschien zelfs monomane, concentratie waarbij de hele dag in het teken staat van die twee uur  ’s avonds op de bühne. Dat vertrouwde en ontspannen ritueel van samen er naar toe rijden, licht stellen, opbouwen, soundchecken, eten, slapen en dan uiteindelijk, afhankelijk van het theater waar je staat, om acht uur, kwart over acht of half negen het vaste teken: Aanvang!
Wat ik ook mis is applaus. De grote staande ovatie in De Kleine Komedie zit nu nog in mijn oren.

0 Comments

Leave a comment

>