Sir Paul

Hij zwaaide naar ons. Twee keer zelfs. De eerste keer liepen Tof Thissen en ik vanaf de parkeerplaats naar Pinkpop. Een stoet zwarte Mercedessen met blauwe Nederlandse nummerplaten kwam voorbij. In de eerste auto ging het achterste raampje naar beneden en daar zwaaide Sir Paul. We wuifden enthousiast terug en lachten naar hem. Nou zeg, Paul McCartney zag ons.

Toen we op het terrein kwamen, speelde Lionel Richie nog. Een hoop goede hits heeft die man. Er gaat toch niks boven samen zingen. Hoe groter het koor hoe mooier. En wat is Pinkpop nog steeds gezellig! Mensen van alle leeftijden in vreedzame coëxistentie, om maar eens een vergeten uitdrukking te gebruiken. Het werd zelfs een soort reünie toen we Carmen en Eduard Nazarski tegen het lijf liepen.

Het regende toen McCartney zou beginnen. Altijd spannend, dat wachten op een grote artiest. We vroegen ons af of hij ook zenuwachtig zou zijn. Daar was niks van te merken. Paul speelde super en de regen stopte! Zijn klassiekers zitten nog dieper in mijn lijf dan Lionel’s hits. Ze waren de soundtrack van mijn puberteit. De eerste muziek die voelde als van mij.

Alleen al het openingsakkoord. Iedereen van mijn generatie weet dat dan Hard day’s night komt. En niet alleen mijn generatie, zo bleek. Want rondom ons gingen zelfs pubers meezingen en dansen.

Twee keer maakte ik me wel zorgen over Paul’s stem. Bij een nieuw nummer over zijn huidige vrouw (Valentine?) en bij Blackbird. Daar zag ik niet een wereldster op dat megascherm, maar op een veel te groot podium een oud mannetje wiens vermoeide stembanden het bijna begaven. Toen liepen veel mensen weg. Daarna gaf McCartney echter gas en pakte hij het hele veld weer in. De volksverhuizing stopte.

Kippenvel kreeg ik ook twee keer. Hij leek maar wat te pielen op zijn akoestische gitaar en opeens zetten ze perfect meerstemmig Eleanor Rigby in. Wo! ( Sowieso waren de koortjes jaloersmakend zuiver. ) Als toegift speelden ze een deel van de medley van Abbey Road. Die liedjes verwachte ik van een vijfmans band niet zó mooi.

And in the end zwaaide Paul weer naar ons. Wij zwaaiden terug, uiteraard. Maar of hij ons toen ook weer zag, dat weet ik niet helemaal zeker.


 

0 Comments